Afdingen, flamingo’s en lachen om champignons
Door: Evelien
Blijf op de hoogte en volg Evelien
02 Juli 2012 | Cyprus, Larnaca
Op de niet definitieve en niet vastgestelde planning staat dat we vandaag naar Limassol gaan, om nog gezellig een dagje uit te gaan. Maar omdat Mariëlle en Evelien weer om half twaalf uit bed komen en de bus op zaterdag vroeg stop met rijden, verandert die planning weer. Na tal van initiatiefloze blikken en ‘ik weet het niet’-jes en ‘mij maakt het niet uit’ besluiten we om weer naar Larnaca stad te gaan. Vlakbij het vliegveld is namelijk een zoutmeer waar je flamingo’s kunt spotten. En daar vlakbij is ook McKenzie beach, een strand waar Lianne al negen dagen heen wil, omdat er vliegtuigen laag overkomen. Nog steeds heeft ze haar droom niet laten varen, want als we wat vliegtuigen laag over zien vliegen zegt ze nogmaals: ‘het lijkt me nog steeds vet om te zien dat zo’n vliegtuig neerstort’. Mariëlle voegt er aan toe dat het haar ook wel leuk lijkt, maar dan alleen als er geen mensen inzitten. Lianne heeft een nog beter idee: ‘ja, of dat die mensen alleen maar gewond zijn en niet dood. Dat mag ook’.
De buschauffeur die ons naar het zoutmeer brengt wil ons wel vertellen wanneer we uit de bus moeten stappen. Als we zelf het idee krijgen dat we te ver rijden, loopt Lianne naar voren om het te vragen. De buschauffeur houdt van opties: ‘oh, je kunt hier uitstappen (rijdt de halte voorbij), of hier (rijdt weer de halte voorbij), of hier…’ ‘Ja, laat ons hier maar eruit!’ En zo zijn we wederom gered van een lange wandeling, dankzij Lianne.
Het zoutmeer is mooi, maar valt ook wat tegen. De plek die op de kaart wordt aangegeven als ‘hier ziet u flamingo’s’ blijkt in het echt wat minder flamingo’s te bevatten dan de kaart beweert. Om precies te zijn hebben we er geen gezien. Aan de overkant van het meer staat wel een mooie moskee, maar daar kun je niet bijkomen. Met lege handen en een volgeschoten camera gaan we terug, nu richting McKenzie beach. Onderweg horen we af en toe een gilletje voorbij komen als Lianne weer een salamander heeft gezien.
Wat we onderweg ook horen is een boel getoeter. Elke Cypriotische malloot die te weinig mooie dames in zijn buurt heeft, weet de claxon te vinden. Als we het onnodig getoeter in boetes bij elkaar optellen (350 euro voor één maal onnodig toeteren), dan zijn we nu heel rijk. Was het maar zo’n feest. Aan het begin van onze elf dagen Cyprus vonden we al die aandacht nog wel komisch, maar nu begint het redelijk irritant te worden. En dan hebben we het nog niet eens over al die koekeloerende oogjes die onze kant op loeren. Gelukkig hebben we allemaal lieve vriendjes (behalve happy single Maricris) in Nederland wachten, waar we allemaal heel blij mee zijn. Wees dus maar niet bang dat we met een Cyprioot thuis komen. Wel is Lianne erachter dat áls ze single was, dat ze in ieder geval weet waar ze moet wezen…
’s Avonds gaan we weer uit eten, dit keer in het centrum van Larnaca waar we een beter restaurant vinden dan gister. De ober die ons bedient vraagt ons waar we vandaan komen. In tegenstelling tot veel andere Cyprioten kan deze jongeman wel goed Engels. Hij vertelt ons dan ook dat hij ooit een keer een jaar in Engeland gewoond heeft, maar dat hij daarna graag weer terug wilde naar het prachtige eiland Cyprus. Hij is gefascineerd over het feit dat veel etenswaren in Cyprus er anders uitzien dan elders in de wereld. Hij lacht zich dan ook kapot als hij vertelt dat de champignons andere vormen aannemen in Cyprus, dan ergens anders in Europa. Toen hij onze schaapachtige blikken zag, is hij maar snel naar het volgende tafeltje doorgelopen.
Het eten is lekker. Alle vier zijn we het er mee eens dat het veel beter is dan gister. Als we bij de bushalte nog na staan te praten over hoe lekker onze maaltijd wel niet was, komt er een mannetje naar ons toe gelopen. Hij maakt ons duidelijk dat de weg is afgezet en dat de bus hier dus niet langskomt. Balen. Veel mensen kijken elkaar vragend aan, want: waar is de bushalte? Lianne weet het wel en als een gids leidt ze ons naar de bushalte.
De volgende sport is het vinden van de juiste bus. Er komen er veel langs, maar geen van allen is onze bus. Toch houdt Lianne vol en bij elke naderende bus stapt ze even enthousiast de bus in om de chauffeur te vragen of deze dan misschien naar ons hotel rijdt. Uiteindelijk nemen we uit pure ellende een taxi naar ons hotel. Maar niet voordat Lianne even kan afdingen. Met dreigingen als ‘maar we zijn heel leuk’ en ‘we kunnen ook de bus nemen’ en ‘this is my last offer’, weet ze de chauffeur zo in verlegenheid te brengen, dat hij uiteindelijk wel ja moet zeggen.
We gaan ’s avonds nog een keer naar de Kokomo bar om een cocktail te drinken. De ober herkent ons en zegt met een über blije grijns: ‘I’m very glad to see you again!’ Dat hij maar even weet dat we niet voor hem komen. Lianne en Mariëlle gaan voor de Casablanca cocktail. Evelien wil de Blue Lagoon wel proberen. De ober kijkt haar aan en zegt: ‘Oh, you’re mine tonight.’ Goed, wat wil dat zeggen? Ik kom alleen wat drinken hoor. Maricris kiest ook de Blue Lagoon en even later mogen we met z’n viertjes proosten op de een na laatste avond.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley